Tuinboon: Een onbekende boon die vlot kiemt, ook als het koud is
Tuinbonen (Vicia faba) genieten weinig bekendheid bij moestuiniers. Nochtans hebben deze rasechte bonen een groot voordeel. Ze zijn in tegenstelling tot de bekende prinses- of staakbonen goed bestand tegen de koude. Dat biedt mogelijkheden. Mogelijkheden om tuinbonen in te zetten als wintervoedsel en primeurgroente. Een primeurgroente omdat het gewas heel vroeg op het seizoen te oogsten valt. Wintervoedsel omdat tuinboon je ook in de wintermaanden kan voorzien van lekkers afhankelijk van wanneer je zaait.
Meestal wordt er in tuinboeken en zaaikalenders vermeld om tuinboon vroeg in het voorjaar te zaaien. Ergens rond begin maart wanneer de eerste mooie voorjaarsdagen zich aandienen. Je hoeft je niet te beperken tot een voorjaarszaaing. Je kan ook zaaien voor de winter. Voor de vorst hoef je niet te vrezen. De tuinboon kan wel het één en ander verdragen.
Voor de winter zaaien heeft best wat voordelen. De bodem is bedekt in de winter, tuinboon zorgt voor volggewassen door de bodem te verrijken met stikstof, levert lekkere bonentoppen en … mooie bloemen in het midst van de winter. Na de winter levert het gewas bonen die je vers kan eten of gedroogd. Tuinboon kan je dus oogsten zowel in de winter als de zomer.
Tuinboon oogsten kan zowel in de winter als de zomer
Meestal worden tuinbonen geteeld voor hun bonen. Nogal logisch uiteraard. Maar de plant heeft nog meer lekkers in petto dan dat. De zachte toppen van de plant kunnen geoogst worden in de wintermaanden (de bovenste 10 centimeter van de stengel). De smaak van de tuinboontoppen evenaart die van de gedopte bonen. De toppen zijn lekker “fast food” in de letterlijke zin van de term. Ze hoeven slechts heel kort even (een tweetal minuutjes) gebakken te worden in de pan. Solo of in combinatie met een voorgebakken uitje. Het gaat allemaal.
Van toppen gaat de plant niet dood. Integendeel. Na het toppen komen onderaan, aan de basis van de plant, nieuwe scheuten tevoorschijn die je opnieuw kan opeten of laten staan om zich te ontwikkelen voor de productie van bonen. Als je topt in de winter zal het weinig effect hebben op het oogsttijdstip. Ga je de planten toppen op het moment dat de plant hard groeit in het voorjaar maar er nog niet echt bloei is dan verlaat je de oogst. Een ander moment waarop je toppen kan oogsten is wat later in de lente, als de plant op lengte is. Vaak worden op dat moment in de teelt de toppen van tuinboon verwijderd om een infectie van zwarte bonenluis, die verzot is op de plant, te voorkomen.
Een ander wintervoedsel dat de tuinboon levert zijn de gedroogde bonen natuurlijk. Maar ja, die kan je pas de volgende winter aanwenden. Als ik in november zaai kan ik dezelfde winter de toppen eten. Maar de droge bonen van dat zaaisel die oogst ik pas ten vroegste in juni en kan ik dus pas de volgende winter verorberen. Dat is geen ramp want de gedroogde bonen bewaren zeer goed.
Bonen drogen lukt alleen als je ze oogst als de bonen echt volgroeid zijn. Je kan tuinbonen ook in een vroeger stadium oogsten maar dan dienen ze voor verse consumptie of als je echt wil kan je ze ook in de vriezer bewaren. Ik kijk ieder jaar reikhalzend uit naar het moment waarop ik de jonge bonen kan gaan oogsten en eten maar dan wel gedopt. De verse bonen zijn een echte primeurgroente. Altijd één van de eerste groenten die je kan oogsten in de afdeling “niet vaste planten.” De vaste planten verslaan dat lukt bijlange niet. Eet je de bonen in het groene stadium dan zijn ze het lekkerst gedopt vindt ik. Dit wil zeggen je breekt de peul open en haalt de groene zaden er uit die je dan bereid. Een vriend van mij at mijn tuinbonen ooit niet gedopt op toen hij op mijn tuin pastte terwijl ik op vakantie was. Hij zei dat die “prinsessenbonen” toch wat raar smaakten maar meer gevolgen waren er niet.
Foto: gedopte tuinbonen
Tuinbonen zijn rijp zo ergens van half tot eind mei als verse boon. Eind juni als gedroogde. Wat ik meestal doe is een deel van de bonen vers oogsten als primeurgroente en het grootste deel van de oogst laten we langer hangen om te plukken als gedroogde boon. Je kan tuinbonen ook proberen een heel jaar lang door te telen door ze terug te snoeien na de oogst. Na de snoei worden er nieuwe stengels gevormd die de vroege herfst terug bonen kunnen produceren. Dat is alvast de theorie. Dan moet je wel vroeg genoeg terugsnoeien. Niet als de bonen verdroogd zijn. Wil je terugsnoeien dan moet je plukken als de bonen jong zijn. Dat wil zeggen dat je alleen verse tuinbonen kan oogsten en de totale oogst lager zal uitvallen. Daarom zaai ik gewoon liever opnieuw in het najaar in plaats van een dubbele teelt uit te proberen.
Heb je in het najaar gezaaid en is het niet te koud in de winter dan kan je genieten van de bloemenpracht van tuinboon. In 2013 bijvoorbeeld was de winter heel zacht. Het resultaat was dat we heel de winter lang getrakteerd werden op prachtige witte bloemen in onze tuin en dat in het hartje van de winter. Ook als ze bloeien kan je de mooie bloeiende toppen oogsten. Dan wel om je tafel te versieren. Niet alleen is het een uiterst origineel bloemstuk. Daarbovenop wordt heel de kamer ondergedompeld in een zacht bloemengeuraroma. In de streek waar we wonen (Haspengouw) wordt tuinboon plaatselijk op grote schaal geteeld voor de diepvriesindustrie. De grote percelen ruiken zo heerlijk als je er passeert in de lente (de grote velden worden hier pas na de winter gezaaid).
Foto 's: prachtig bloeiende tuinboonplanten. Let op de vertakkingen van de plant rechts.
Oogst je de bloemen in de winter dan zal het je geen bonen kosten. De plant vertakt opnieuw mooi en in het voorjaar heb je nieuwe bloeiende takken. Snij je je bloeiende bonenstengels weg in het voorjaar dan zal je meestal geen bonen meer oogsten. De plant blijft weliswaar vertakken en nieuwe stengels vormen, daar ligt het niet aan maar tuinboon houdt niet van al te warme zomerse omstandigheden.
Niet alleen de geur is een leuke extra van het gewas. Tuinbonen zijn er ook in verschillende kleuren. We hadden in de tuin al een zwarte (Black Russian) en rode (Double red). De zwarte tuinboon had geen zwarte bloemen maar wel zwarte bonen. De rode tuinboon had rode bloemen en licht rode zaden. Door het kleurenaspect zijn ze niet alleen leuk om zien in de groentetuin maar ook bijzonder goed in te zetten in de siertuin.
Tuinboon is geen top producent in kilo 's maar door de veelzijdigheid van het gewas en omdat het gewas in te zetten is als mooi ogende eetbare groenbemester zetten we het iedere keer opnieuw. Niet in het minst om bestuivende insecten ook van voedsel te voorzien en omdat het een hele goede voorteelt is voor late teelten die je plant in de zomermaanden zoals kolen of prei. Tuinboon is een vlinderbloemige en legt stikstof vast waar de volgteelt bijvoorbeeld prei van kan profiteren.
Zaaien maar die tuinbonen
Tuinbonen, een lekker wintervoedsel een enorme variatie in groottes van bonen en kleuren, in verscheidene stadia te eten en nog mooi ook. Zaaien maar zou ik zeggen. Zaai ze wel in groep want ik ondervond al dat planten die in te kleine groepjes of alleen staan niet zo goed groeien. Daarom gebruik ik ook kleinere rijafstanden dan vaak aangegeven worden. Dikwijls worden afstanden van 50 tot 70 cm tussen de rijen aangeraden. Ik hou het eerder op 40 à 45 cm. Op die manier vallen de hoge tuinbonen minder snel om. Want de planten die worden toch gauw een meter hoog. Persoonlijk houdt ik me niet aan een bepaald zaaitijdstip maar zaai gewoon heel het najaar door tuinboon op verschillende plaatsen en zet de plant in als eetbare groenbemester.
Foto 's: links: tuinboon in de serre; rechts: zaai tuinboon buiten best in groep om omwaaien te voorkomen. De plant wordt al snel een meter hoog.
Mijn geëxperimenteer met tuinboon is trouwens nog lang niet gedaan. Een punt van aandacht is het uittesten van verschillende rassen. Ik heb er al enkele in de tuin gehad maar een echte uitschieter of favoriet heb ik nog niet gevonden. Heb je zelf al een speciaal ras gevonden dat de moeite waard is te proberen laat het me gerust weten? Een paar zaden opsturen mag ook natuurlijk:-)
Zaden telen van tuinboon dat is een makkie. Bewaar wat droge bonen en stop ze eens gedroogd 48 u in de vriezer om eventueel aanwezige mee-eters uit te schakelen. De bewaarde zaden zaai je in het najaar of daaropvolgende voorjaar terug uit en de cyclus is rond. Wil je ras- en kleurzuivere zaden telen om uit te delen of te bewaren voor volgend jaar hou er dan rekening mee dat de rassen kruisen en dat als je geen voorzorgsmaatregelen neemt je volgend jaar een mengelmoes van kleuren hebt wat trouwens ook niet verkeerd is.
De teelt van tuinboon in het kort:
|