Listige technieken voor lastige eters
Afgelopen eeuwen vonden tal van nieuwe gewassen een plaatsje in onze dagelijks gerechten. Nieuwe groenten en fruit introduceren, dat ging niet altijd zonder slag of stoot. Wat de boer niet kent vreet hem niet zegt het spreekwoord. Beleidsmakers of andere voorvechters bedachten allerlei listige trucjes om ons die nieuwe onbekende dingen te leren eten. Misschien heb je zelf ook zo 'n trucjes bedacht om je kroost nieuwe dingen te laten eten. Laat het ons weten!
Aardappelen voor het volk
Niks zo traditioneel als aardappelen. De knol zit letterlijk en figuurlijk ingebakken in allerlei gerechten "van bij ons". Maar we eten de knol nog maar een paar eeuwen. De introductie ervan liep niet bepaald van een leien dakje, zeker niet in Frankrijk. Daar stootte de aardappel op heel wat weerstand en was het verbouwen er van in de 18de eeuw lange tijd zelfs verboden! Nood breekt wet. In 1771 schrijft de regering na twee jaar hongersnood een wedstrijd uit waar iedereen oplossingen kan aanreiken om het voedseltekort op te lossen. De Franse militair apotheker-landbouwkundige Parmentier schrijft een pleidooi voor het telen en eten van de calorierijke aardappel en wint de wedstrijd. Het verbod om aardappelen te kweken wordt opgeheven en er wordt een promotiecampagne gestart door o.a. pamfletten te verspreiden. Alleen is de Franse bevolking voor een groot stuk ongeletterd en blijven de vooroordelen tegen de knol rondspoken. Parmentier heeft goede contacten met het koningshuis en bedenkt een listige truc. Hij laat een perceel aardappelen aanplanten in de koninklijke tuin dat overdag bewaakt wordt door soldaten. S 'nachts wordt het perceel niet bewaakt. Zijn list werkt. De bevolking denkt dat de planten iets heel waardevol moeten zijn en s' nachts roven ze knollen om in hun eigen tuinen en velden aan te planten. De rest is geschiedenis.
Meer lezen: https://historiek.net/parmentier-aardappel-frankrijk/
Captain Cook en zijn zuurkool
Handel in tropische producten en het verkennen van onbekende verre bestemmingen vergde zeereizen van maanden tot jaren. Op zo 'n reizen lieten heel wat zeevaarders het leven door scheurbuik. Soms tot wel meer dan de helft van de manschappen! De Britse kroon besluit daar in 1760 iets aan te doen en zet een experiment op. 4 kapiteins krijgen verschillende soorten voedsel mee. Captain Cook zeilt weg met een dikke 3 ton zuurkool in het ruim. Tijdens de fermentatie van zuurkool produceren bacteriën onder andere vitamine C. Een vitamine C tekort veroorzaakt scheurbuik. Dat weten ze op dat moment wel nog niet. Wel zou het hun opgevallen zijn dat er op Nederlandse schepen minder scheurbuik voorkwam. De Nederlanders zouden zuurkool meenemen op hun lange zeereizen. Vers voedsel bederft op lange reizen. Zuurkool heeft dat probleem veel minder. Zuurkool meenemen was 1 ding. Maar hoe leer je nu je bemanning dit nieuwe voedsel eten? Wel daar bedacht hij wel iets op. Dagelijks dineerden de officieren op een plaats waar de bemanning hun kon zien zitten en zuurkool stond telkens op tafel. Na de mannen een tijdje te laten watertanden deed James Cook een toegeving. “Come on: let the men have it once a week”. Niemand stierf aan scheurbuik op deze reis en Captain Cook 's carriere kreeg een boost...door zuurkool!
Zonder uien geen veldslag
Geen list, wel een ultimatum. We schrijven mei 1864. De verenigde Staten zijn verscheurd in een Noordelijk en zuidelijk kamp tijdens "The civil war", een lange burgeroorlog. Generaal Ulysses S. Grant maakt in een telegram aan zijn oversten een opmerkelijke eis. "I will not move my army without onions". (Stuur mij uien of het leger staat stil) Binnen enkele dagen ontving hij drie wagons vol. De eis kwam er niet omwille van culinaire redenen. Zijn leger had de uien ook vooral nodig als medicijn om o.a. brandwonden van buskruit te behandelen. In dit verhaal moest de overheid de burgers niet overtuigen maar was het net omgekeerd.
Giftige liefdesappels
Vandaag zijn tomaten de populairste groente* in Vlaanderen maar het heeft wel meer dan 400 jaar gekost om zover te komen. Tomaten werden in Europa geïntroduceerd door de Spanjaarden die ze in 1520 meebrengen uit Mexico. Eeuwen lang wordt de tomaat enkel verbouwd in botanische tuinen of als siergewas.
De plant wordt (alweer) overladen met vooroordelen door enkele vooraanstaande “specialisten”. Rembert Dodoens schrijft in de 16de eeuw. ‘Den stercken stinckenden reuck van dese Gulden-Appelen geeft ghenoegh te kennen hoe onghesondt ende quade datse gheten sijn’. Verder had de vrucht volgens hem weinig voedingswaarde ‘ende tot de ghesondtheyd gheensins streckende’. Felgekleurde vruchten golden als gevaarlijk. Die mening werd versterkt door de Franse botanicus De Tournefort die eind 17de eeuw de tomaat herkende als familie van de giftige nachtschade. Hij gaf de tomaat veelzeggend de naam Lycopersicon esculentum: wolfsperzik. In midden Amerika waar de tomaat vandaan komt werd de vrucht volop gegeten. In Europa en Noord-Amerika niet. In Noord-Amerika besloot ene Colonel Gibbons daar iets aan te doen. Op 28 juni 1820 houdt hij een voordracht op de trappen van het gerechtshof in Salem, New Jersey en verorbert er voor een groot publiek tomaat na tomaat. Naar verluidt zou er zelfs een arts aanwezig geweest zijn (ook al is dit een leuk verhaal het is mogelijk verzonnen: zie hier). In Europa leren vooral de arme plattelandsbewoners van Italië de vrucht gebruiken in warme gerechten. Stilaan sijpelt het gebruik door naar Noord-Europa. Al duurt het tot de tweede helft van de negentiende eeuw voordat de vrucht bij ons algemeen gebruikt wordt en zelfs tot de twintigste eeuw tot Nederlanders ze volop gaan consumeren. Vandaag zijn tomaten niet meer weg te denken uit onze gerechten, van slaatjes over spaghetti bolognaise tot pizza 's.
*: Tjah, botanisch gezien zijn tomaten fruit maar in de keuken behandelen we de vruchten als groente.